2013-2: Handreiking problematisch middelengebruik klinisch
Doelgroep
Patiënten met gediagnosticeerde middelenproblematiek als onderdeel van een dubbele diagnose, die in verband met (gewelddadig) delictgedrag zijn opgenomen in een klinische forensisch psychiatrische setting.
Handreiking problematisch middelengebruik
Middelenproblematiek (incidenteel problematisch gebruik van middelen, misbruik en verslaving) komt veel voor onder forensische patiënten. Een dubbele diagnose waar middelengebruik onderdeel van is kan de behandeling bemoeilijken en kan leiden tot een langere opnameduur, hoger risico op recidive en een snellere terugval in criminaliteit. Reden voor het opleggen van een tbs-maatregel is vrijwel altijd gewelddadig delictgedrag, iets dat vaak nauw samenhangt met middelenproblematiek. Ongeveer 40% van de tbs-populatie was alcoholafhankelijk ten tijde van het delict en een even groot percentage heeft een aan middelengebruik gerelateerde stoornis (niet specifiek ten tijde van het delict). Voor het verminderen van het recidiverisico van patiënten is inzicht in de relatie tussen middelengebruik en delictgedrag daarom van groot belang voor het risicomanagement. Daarvoor is allereerst een betrouwbare en valide assessment van de middelenproblematiek bij individuen nodig en inzicht in het recidiverisico gerelateerd aan dit middelengebruik. De consequenties hiervan moeten worden meegenomen in de verdere behandeling en de verloffase bij patiënten. Dit project was er derhalve op gericht een eenduidige benaderingswijze te formuleren voor de behandeling van deze patiëntengroep, specifiek gericht op de component middelenproblematiek in relatie tot recidiverisico.
Toepasbaarheid en effecten
Bij het toepassen van de handreiking als pilot, gaven patiënten aan dat zij het prettig vonden dat positief gedrag werd beloond en dat de manier waarop werd omgegaan met een terugval fijn werd gevonden. Het is binnen deze methode belangrijk dat patiënten mógen terugvallen en om dit als onderdeel van de behandeling te zien. Motiverende gespreksvoering vormt een belangrijk onderdeel in de handreiking en het behandelende team moet opereren op basis van gelijkwaardigheid met de patiënten. Ook werd gesignaleerd dat het systeem van de patiënt wat meer bij de behandeling betrokken zou moeten worden.
De handreiking is informatief en biedt een helder (theoretisch) kader met een aantal aanbevelingen voor de praktijk, maar om de werkwijze te kunnen implementeren dient deze te worden doorontwikkeld tot een handelingsprotocol. Hiervoor is call 2017-52 gestart, er komt daarmee meer richting voor het praktisch handelen als het gaat om het omgaan met problematisch middelengebruik in de verschillende fasen van de klinische behandeling en het doorfaseren naar de verschillende verloftrajecten.
Uitvoerende partij
Victas, IVO & Tactus Verslavingszorg.
Eindproduct
Het eindproduct van deze call is via info@kfz.nl vrij op te vragen door medewerkers van forensische zorginstellingen.