2023-208: Hoofdzaken: niet-aangeboren hersenletsel bij forensisch-psychiatrische patiënten
Doelgroep
Professionals binnen de forensisch klinische,academische en wetenschappelijke sector.
Achtergrond en doelstelling
In Nederlandse gevangenissen verblijven steeds vaker gedetineerden met psychische en/of neurocognitieve problemen, al dan niet tezamen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). NAH wordt echter niet – standaard – op gestructureerde wijze onderzocht, ondanks de associatie met neurocognitieve problemen en verwachte prevalentie van 40-50% (zie ook KFZ-call 102). Eerder onderzoek benadrukte reeds dat neurocognitieve en neurobiologische kenmerken, waaronder NAH, onderbelicht zijn en (mede daardoor) te weinig gebruikt worden, leidend tot een suboptimale diagnostisering en mogelijk tot een minder correct ingeschat recidiverisico. NAH is gerelateerd aan een verhoogde kans op neurocognitieve problematiek (beperkte impulscontrole, geheugenproblematiek) en stoornissen (verslaving, psychose), en een risicofactor voor recidive. Door de relatie met antisociaal gedrag is NAH tevens een belangrijke prognostische factor voor het optimaal kunnen profiteren van op te leggen behandeling(en). Gedetineerden met NAH vertonen vaker agressief gedrag, waarmee het indicatief lijkt voor het type gepleegde, of te plegen, delict.
Doel van dit project is (meer) kennis over prevalentie, aard, ernst, en etiologie van NAH en geassocieerd neurocognitief functioneren binnen de forensisch-psychiatrische populatie verkrijgen. Verbeterde kennis kan middels beter begrip en meer aandacht voor (de gevolgen van) NAH leiden tot betere risicotaxatie, verminderde recidive en een veiligere maatschappij. Er zullen 60 patiënten binnen het Pieter Baan Centrum onderzocht worden middels neurocognitieve testen en vragenlijsten, gecombineerd met standaard-verzamelde dossierinformatie (o.a. psychiatrische diagnose(s), medicatiegebruik, delictgeschiedenis).
Opgedane kennis wordt gedeeld met de klinische praktijk en rapporteurs pro Justitia, evenals PPC’s, PI’s, andere (forensische) zorginstellingen en universitaire centra. De sector-brede inzet tussen projectgroep, betrokken rapporteurs van het PBC, en het onderwijscurriculum (onderwijs aan pro Justitia rapporteurs, Forensische Neuropsychologie VU), leiden tot optimale kennisbenutting. Samenvattend zal het voorgestelde onderzoek dan ook leiden tot verhoging van de aandacht voor, en kennis over, (gevolgen van) NAH binnen forensisch klinische, academische en wetenschappelijke sectoren.
Uitvoerende partij
Vrije Universiteit Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) in samenwerking met het Pieter Baan Centrum (PBC).