Terug naar overzicht

2019-103: Evidence gap map vaktherapie: de ontwikkeling van een evicende gap map voor vaktherapie in de forensische GGZ

Doelgroep

Vaktherapeuten die werken met patiënten in de forensische GGZ. 

Vaktherapie

Veel patiënten in de forensische GGZ kampen met een combinatie van persoonlijkheidsproblematiek, agressief en desruptief gedrag, licht verstandelijke beperking en/of een traumatisch verleden met een langdurig hulpverleningstraject. Het delict dat zij plegen is mede het gevolg hiervan. Omdat een deel van de patiënten verbaal moeilijk toegankelijk is en/of verbale communicatie beperkt is, zijn behandelinterventies waarbij gebruik wordt gemaakt van gedrags- en experiëntiële technieken noodzakelijk. Deze technieken vormen een belangrijke basis voor vaktherapeutische interventies, zoals beeldende-, drama-, dans-, muziek- en psychomotorische therapie. Met vaktherapeutische interventies kan de problematiek van de patiënt worden verduidelijkt, de motivatie voor behandeling vergroot, leiden tot betere emotie-, impuls- en agressieregulatie en kan psychosociale problematiek worden verminderd. De werkzaamheid van vaktherapeutische interventies wordt toegeschreven aan de ervarings- en handelingsgerichte werkwijze, waarbij gebruik wordt gemaakt van beeldende materialen, dans, drama, muziek, spel, bewegen en/of met lichaamsgerichte oefeningen. Binnen de forensische psychiatrie zijn de werkingsmechanismen en de effecten van vaktherapeutische interventies echter nog weinig onderzocht. Het doel van dit project is om: 

  1. De kennislancune op basis van wetenschappelijk gepubliceerde en niet gepubliceerde literatuur te achterhalen.
  2. Behoeften naar nieuw onderzoek op te halen bij vaktherapeuten, onderzoekers, verwijzers en ervaringsdeskundigen/patiënten.
  3. Onderzoeken te prioriteren op basis van praktijk en wetenschap. 

Uitvoerende partij

Open Universiteit in samenwerking met Pompestichting, Coörperatieve lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapie, Hogeschool Windesheim en Federatie Vaktherapeutische beroepen.

Toepassing en effect

Samenvattend kan gesteld worden dat, hoewel het aantal studies uitgevoerd in de forensisch psychiatrische setting beperkt is, vaktherapie als effectief kan worden beoordeeld op het gebied van versterking van protectieve factoren zoals de psychologische processen (muziektherapie, PMT) en maatschappelijke/relationele factoren (muziektherapie) of als veelbelovend (beeldende therapie, dramatherapie, PMT). Ook kan vaktherapie beoordeeld worden als een effectieve interventie voor het verminderen van psychiatrische symptomen (PMT, beeldende therapie, muziektherapie). Dit laatste geldt ook voor crimineel en antisociaal gedrag (PMT en danstherapie met martial arts) maar vaktherapie breed is er nog te weinig onderzoek voorhanden om conclusies te kunnen trekken ten aanzien van de effectiviteit.

Eindproduct