Terug naar overzicht

2014-35: Behandelvoortgang seksuele stoornissen

Doelgroep

Forensisch psychiatrisch patiënten waarbij een seksuele stoornis is vastgesteld.

Het meten van behandelvoortgang bij patiënten met een seksuele stoornis

Voor het meten van behandelvoortgang bij forensische patiënten worden de instrumenten HoNOS, de Mate7 of de DROS in de Prestatie-Indicatorengids voorgeschreven. Voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis en patiënten met een seksuele stoornis is hierop een uitzondering gemaakt. Dit komt omdat deze instrumenten naar de mening van de deskundigen voor deze doelgroepen niet geschikt zijn om tot een goed beeld te komen van de behandelvoortgang. Hun specifieke problematiek wordt hierin niet voldoende in kaart gebracht, waardoor de behandelvoortgang niet voldoende accuraat kan worden vastgesteld. In dit project is onderzocht welk instrumentarium ingezet kan worden voor het meten van de behandelvoortgang van patiënten met een seksuele stoornis.

Toepassing en effect

Het advies luidt om voor veranderingen op het gebied van dynamische risicofactoren de klinische- en toekomstfactoren uit de HCR-20V3 of HKT-R te gebruiken, voor het vaststellen van persoonlijk herstel de MANSA en voor het vaststellen van specifieke risicofactoren voor patiënten met seksuele stoornissen wordt de STABLE-2007 geadviseerd. Inmiddels is de STABLE-2007 opgenomen in de Prestatie-Indicatorengids. Deze instrumenten mogen nu worden gebruikt voor het meten van de behandelvoortgang van patiënten met een seksuele stoornis, ook in het kader van de Prestatie-Indicatoren.

Uitvoerende partij

GGz Noord-Holland Noord in samenwerking met AMC-UvA (afdeling psychiatrie)/ Mark Bench.

Eindproduct