Ten eerste wordt gebruik gemaakt van een ‘incentive theory of sexual motivation’, welke seksuele opwinding beschrijft als een emotionele reactie op een relevante seksuele stimulus. Voor het meten van seksuele preoccupatie lijkt vooral de in deze theorie beschreven toenaderingsneiging (‘wanting’) van belang. Zowel de kracht van de ‘wanting’, alsook de mogelijkheid om deze te inhiberen worden geacht een rol te spelen bij het tot stand komen van (excessief) seksueel gedrag. Ten tweede wordt geput uit onderzoek op het gebied van verslavingsgedrag, gedrag dat parallellen vertoont met seksuele preoccupatie (seksverslaving). Bij verslaafden blijkt een sterke toenaderingsneiging richting het middel meetbaar en via training beïnvloedbaar, met als resultaat minder terugval in verslavingsgedrag. In dit onderzoek is naar een vergelijkbare methode gezocht voor het vaststellen en trainen van een sterke toenaderingsneiging bij seksuele prikkels.Uitvoerende partij
De Forensische Zorgspecialisten
Eindproduct