Terug naar overzicht

2020-128: Vooronderzoek doorontwikkeling justitiële interventie Solo

Doelgroep

Solo is een individuele cognitieve vaardigheidstraining voor cliënten die door persoonskenmerken of praktische redenen niet aan de groepsgewijze CoVa deel kunnen nemen. Denk aan cliënten die extreem verlegen of vijandig zijn, geen aansluiting vinden in een groep (bijvoorbeeld vrouwen tussen alleen mannen), of cliënten die door werk of zorg voor kinderen niet aan een groep kunnen deelnemen.

Vooronderzoek doorontwikkeling justitiële interventie Solo

Solo is afgeleid van het Engelse geaccrediteerde programma One-To-One en is in 2009, samen met de programma-ontwikkelaar Philip Priestley, ontwikkeld. Solo heeft dezelfde theoretische basis als One-To-One, maar is compacter: het programma bestaat uit 12 sessies, terwijl One-To-One uit 31 sessies bestaat. Om deze reden werd Solo aanvankelijk als vrij ‘vol’ ervaren. Ook vonden coaches en trainers Solo wat theoretisch en was men van mening dat het programma beter moest worden aangepast aan de Nederlandse reclasseringspraktijk.

In 2016 hebben er, mede op basis van evaluaties van deelnemers, aanpassingen op de programmainhoud plaatsgevonden. De programmahandleiding is herschreven, de duur van de delictanalyse is teruggebracht van drie naar twee sessies en enkele programma-onderdelen zijn geschrapt of verplaatst. Na een aantal jaren ervaring met de nieuwe versie van Solo, was er opnieuw behoefte aan aanpassing. Voordat hiermee werd gestart, was het goed de bruikbaarheid en toepasbaarheid van Solo opnieuw onder de loep te nemen. Als zou blijken dat Solo werkzaam is en voorziet in een behoefte, zou het zinvol zijn om in de doorontwikkeling te investeren. De aard en omvang werd in dit onderzoek vastgesteld, wat heeft geresulteerd in een concreet plan van aanpak, dat wordt uitgewerkt als (opnieuw) blijkt dat Solo voorziet in een praktijkbehoefte.

Resultaten

Uit dit vooronderzoek blijkt dat het wenselijk is om Solo door te ontwikkelen. Adviezen voor aanpassing zijn respectievelijk het uitwerken van het theoretisch kader, opstellen van een duidelijk profiel van Solo (incl. functieprofiel voor trainers), intensiveren van coaching, terugbrengen van het aantal formulieren, vereenvoudigen van de programmahandleiding en delictanalyse en het toevoegen van beeldmateriaal en rollenspelen. Per oefening/werkvorm zijn suggesties voor verbetering gegeven. Coaching zou zich moeten richten op de afweging welke combinatie van methodieken, oefeningen en werkvormen het meest passend is bij een deelnemer. Dit leidt tot meer flexibiliteit in de toepassing van Solo, maar met behoud van programma-integriteit.

Uitvoerende partij

Reclassering Nederland in samenwerking met lectoraar werken in Justitieel Kader, Hogeschool Utrecht.