2022-182: Traumabehandeling en responsiviteit in de forensische zorg
Doelgroep
Clinici en beleidsmakers in de forensische zorg
Achtergrond en doelstelling
Hoewel het RNR-model voorschrijft dat forensisch psychiatrische behandeling afgestemd moet zijn op de hoogte van het recidiverisico, de criminogene behoeften en de responsiviteit van de patiënt, lijkt dit laatste principe in de Nederlandse forensische zorg onderbelicht te blijven. Ook wordt het begrip responsiviteit in de literatuur op uiteenlopende wijzen gedefinieerd en geoperationaliseerd. Of dit het gevolg is van begripsverwarring onder clinici of een teken dat het begrip responsiviteit zich heeft ontwikkeld sinds de formulering van de RNR-principes, is niet duidelijk. Ons inziens is meer begrip van het responsiviteitsprincipe onmisbaar, temeer sinds de invoering van het Zorgprestatie Model, die professionals vraagt om een bepaling van de responsiviteit van patiënten als onderdeel van de zorgvraagtypering. Taxman (2014) beargumenteert dat responsiviteit niet alleen betrekking heeft op de vorm van behandeling (evidence-based) die wordt aangeboden (‘algemene responsiviteit’) en de individuele factoren die de kans op een succesvolle behandeling vergroten (‘specifieke responsiviteit’), maar ook de beschikbaarheid van interventies gericht op de individuele criminogene en non-criminogene behoeften van een patiënt (‘systemische responsiviteit’). De praktijk van onze kliniek toont aanwijzingen dat de systemische responsiviteit voor trauma van invloed kan zijn op de behandelontvankelijkheid (specifieke responsiviteit) van patiënten. Ook bij beperkte ontvankelijkheid voor delictgerelateerde behandeling kunnen patiënten wel ontvankelijk zijn voor traumabehandeling. Aandacht voor het trauma kan vervolgens leiden tot meer ontvankelijkheid voor de verdere delictgerelateerde behandeling. De kans bestaat echter dat traumagerelateerde problematiek over het hoofd wordt gezien als relevante factor voor behandeling, wanneer het geen duidelijk criminogene factor betreft. Dit kan leiden tot disciplinaire problemen, kwetsbaarheid voor verder slachtofferschap en verslechtering van het klinisch toestandsbeeld (Leidenforst & Antonius, 2020), en mogelijke vermindering van de responsiviteit. In het buitenland groeit de aandacht voor traumagerelateerde problematiek in de forensische zorg, wat de vraag doet rijzen: hoe is het gesteld met de trauma-responsiviteit in de forensische zorg in Nederland?
Uitvoerende partij
FPC Dr. S. van Mesdag in samenwerking met de FPK Assen, de FPA van GGZ Drenthe en de Rijksuniversiteit Groningen