Terug naar overzicht

2022-186: Ontwikkeling van een handreiking voor werken met vrouwelijke plegers van terrorisme

Doelgroep

Alle forensisch (zorg)professionals in het ambulant en klinisch veld die met vrouwelijke plegers van terrorisme werken.

Handreiking vrouwelijke plegers van terrorisme

Terrorisme leidt tot maatschappelijk aangrijpende gevolgen zoals verlies van levens en emotioneel leed (Bongar, 2006). Vrouwelijke terrorismeplegers spelen een belangrijke rol hierin en hun aantal in Nederland neemt, mede door terugkeer uit het buitenland, toe (Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 2020, 2022). Twee belangrijke vragen voor hun veilige terugkeer in de maatschappij zijn (1) of er bij hen sprake is van een verhoogd risico op (herhaald) terroristisch geweld vanuit psychopathologie, en (2) welke bejegeningswijze tijdens re-integratie bij hen het meest effectief zal zijn. Empirische kennis hierover bij vrouwen bestaat echter nauwelijks (Rakhshandehroo et al., ingediend). Het doel van dit onderzoek was dan ook in deze leemte te voorzien en een handreiking te ontwikkelen, gebaseerd op empirisch onderzoek.

De handreiking bestaat uit empirische kennis over psychopathologie bij vrouwelijke plegers van terrorisme evenals handvatten voor een effectieve bejegening, begeleiding of behandeling van deze doelgroep. In het bijzonder betreft de handreiking twee subdoelstellingen, te weten (1) het verkrijgen van inzicht in de aanwezigheid van psychopathologie en doorwerking vanuit deze op terroristisch handelen bij Nederlandse vrouwelijke plegers van terrorisme, en (2) het verkrijgen van inzicht in de beleving van deze vrouwen ten aanzien van hun verdenking(en)/veroordeling(en), detentiebeloop en re-integratie.

Resultaten

Het systematische literatuuronderzoek onthulde een gebrek aan internationaal empirisch onderzoek naar psychopathologie bij vrouwelijke terrorismeplegers. Op basis van de beperkte literatuur bleken persoonlijkheidsstoornissen het meest voorkomende type psychische stoornis te zijn. 

Het dossieronderzoek omvatte veertien Nederlandse vrouwen die tussen 2012 en 2022 voor terrorisme waren veroordeeld. Resultaten toonden aan dat psychische stoornissen en psychische problematiek ten tijde van de terroristische activiteiten volgens de gedragsdeskundigen voorkwamen bij een deel van de onderzochte vrouwen, waarbij deze deels van invloed waren op het terroristisch gedrag. Beïnvloedbaarheid, identiteitsproblemen en beperkingen in introspectief vermogen waren de meest voorkomende psychische problematiek.

Tot slot werden achttien Nederlandse vrouwen gedetineerde op de terrorisme-afdeling geïnterviewd. Zij ervaarden hun juridische procedure, detentie en re-integratiemogelijkheden overwegend als negatief, met gevoelens van onrecht, woede, discriminatie en niet gehoord of gezien worden. Andere belangrijke thema’s waren (onder andere) het strenge regimebeleid op de terrorisme-afdeling en de beperkingen in contact met kinderen en naasten. 

Uitvoerende partij

NIFP in samenwerking met Universiteit Leiden en de TA's van PI Zwolle, Vught en De Schie.