Terug naar overzicht

2017-67: Ontwikkeling handreiking voor de behandeling van (chronische) insomnie bij patiënten van forensische afdelingen

Doelgroep

Patiënten die zijn opgenomen op een forensische psychiatrische afdeling.

Chronische insomnie onder forensisch psychiatrisch patiënten

Chronische slapeloosheid, ofwel insomnie, heeft een negatieve invloed op het dagelijks functioneren van mensen en op het beloop van psychiatrische stoornissen. Een eerder kleinschalig onderzoek (N=110) laat een hoge prevalentie van insomnie (ca. 20%) zien onder forensisch psychiatrische patiënten (Kamphuis, Karsten, De Weerd & Lancel, 2013). Daarnaast lijkt bij deze patiëntenpopulatie de ernst van insomnie geassocieerd te worden met hogere mate van impulsiviteit en agressiviteit. Een effectieve behandeling van insomnie bij deze patiëntengroep zou daardoor meerdere belangen kunnen dienen; men kan meer van de psychiatrische behandeling profiteren, het kan bijdragen aan betere emotieregulatie en agressieregulatie en daarmee mogelijk aan het reduceren van het recidiverisico. 

In de reguliere geneeskunde is gebleken dat cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGT-I) een vergelijkbaar effect heeft als die van slaapmedicatie, met behoud van effect op langere termijn (zie o.a. Riemann & Perlis, 2009). Omdat bij forensisch psychiatrisch patiënten deze standaard CGT-I interventie niet één op één overgenomen kan worden, in verband met complexe psychiatrische problematiek, polypharmacie en beperkte bewegingsvrijheid, zal dit protocol moeten worden aangepast aan de specifieke forensische context. In dit onderzoek is gewerkt aan het ontwikkelen van een forensische variant van dit protocol dat voor deze specifieke doelgroep toepasbaar is. 

Resultaten

Te korte en slechte slaap hebben een negatieve invloed op emotieregulatie. Het wordt steeds evidenter dat een slaaptekort bij forensische psychiatrische patiënten impulsiviteit en agressiviteit verhoogt. Verbetering van slaapkwaliteit en behandeling van slapeloosheid kan daarom een significante bijdrage leveren aan de forensisch psychiatrische behandeling. Om de prevalentie van insomnie en relevante insomnie uitlokkende en onderhoudende factoren te bepalen, is in 10 verschillende forensisch psychiatrische instellingen in Nederland een vragenlijstonderzoek uitgevoerd.

71% van de deelnemers was ontevreden over de slaapkwaliteit (PSQI globale score ≥ 6), 22% had matige (ISI totaal score 10-14) en 27% ernstige insomnie (ISI totaal score ≥ 15). Naast ernstige in- en doorslaapproblemen speelden ook andere slaapverstorende factoren een rol, zoals pijn, nachtmerries, een te hoge kamertemperatuur en stress. 35% gebruikte regelmatig (≥ 3 nachten per week) medicatie voor de slaap. Insomnie bleek geassocieerd met slechter functioneren overdag, inadequate slaaphygiëne, zoals een onregelmatig slaappatroon en piekeren rond bedtijd, meer contraproductieve cognities over slaap, bijvoorbeeld de overtuiging dat een slaappil nemen beter is dan een slechte nacht, en een hogere inschatting van impulsiviteit op de meest recente risicotaxatie.

Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (cgt-i) is wereldwijd de eerste keuze interventie voor insomnie. Aan de hand van de resultaten van het multicenteronderzoek en de ervaringen van slaapdeskundigen met deze populatie waaruit bleek dat standaard cgt-i protocol niet optimaal is voor deze populatie, is een supplement geschreven. Hierop aansluitend is ook een handreiking ontwikkeld voor psychiaters, psychologen en verpleegkundigen ter ondersteuning van de diagnostiek en behandeling van insomnie op de forensische afdelingen. De geplande interne en externe pilot ter evaluatie van het supplement en de handreiking is echter niet goed verlopen door meerdere factoren, die zowel omgevingsbepaald, patiëntgebonden als organisatorisch van aard zijn. In de discussie wordt een aangezet gegeven tot een werkbaarder behandelproces.

Uitvoerende partij

FPK Assen in samenwerking met FPC Pompestichting.

Eindproducten