Terug naar overzicht

2015-9: Antisociaal gedrag en problematisch middelengebruik

Doelgroep

Forensische patiënten die zowel problematisch middelengebruik als antisociaal gedrag vertonen. 

Onderscheiden van subgroepen van patiënten

Vaak is er wanneer er sprake is van comorbiditeit met problematisch middelengebruik onduidelijkheid over de herkomst van het antisociale gedrag. Dit kan een uitingsvorm zijn van (kern)psychopathie of van persoonlijkheidsproblematiek van de patiënt zoals een antisociale persoonlijkheidsstoornis (APS). Maar dit kan ook samenhangen met de psychiatrische problematiek gerelateerd aan het middelengebruik van de patiënt. Voor een zo effectief mogelijke invulling van de behandeling is het van groot belang dat in een vroeg stadium van de behandeling de verschillende subgroepen kunnen worden onderscheiden en dat de herkomst van het antisociale gedrag en de relatie met de psychiatrische problematiek van de individuele patiënt goed en gestandaardiseerd gediagnosticeerd kan worden. In de forensische praktijk blijkt dat wanneer er sprake is van gecombineerde problematiek, er nog erg diverse en niet consistente invulling aan de behandeling hiervan wordt gegeven. De concepten zijn veelal niet helder en uniform toegepast en er zijn geen duidelijke richtlijnen voor de diagnose en het maken van onderscheid in de hiervoor beschreven problematiek. Dit zorgt ervoor dat in de huidige behandelpraktijk het verschil tussen deze subgroepen van patiënten zich veelal pas manifesteert aan het eind van de behandeling.

Naast het belang van een goede diagnose voor een zo effectief mogelijke behandelaanpak, is het gedegen vaststellen van de problematiek van de patiënt tevens van groot belang voor de risico-inschatting en het risicomanagement van de patiënt. Zo dient bij de patiënt waar het problematisch middelengebruik primair zorgt voor antisociaal gedrag het risicomanagement veel meer gericht te worden op het voorkomen van dit gebruik, waar in het geval van (kern)psychopathie en/of een antisociale persoonlijkheidsstoornis wellicht meer moet worden ingezet op respectievelijk attentie- en emotieregulatie voor het beteugelen van antisociaal gedrag.

Gebaseerd op een systematisch literatuuronderzoek en een empirische studie werd in dit project een aanzet geformuleerd voor een richtlijn over de diagnostiek en de behandeling van problematisch middelengebruik in de ambulante forensische zorg.

Uitvoerende partij

De Waag i.s.m. de UvA

Eindproduct