Terug
OAHW: Renee Henskens
Publicatiedatum: 19 november 2021
Wat is je functie en met welk vakgebied/onderzoek hou je je bezig?
Ik ben senior-onderzoeker bij het lectoraat Werken in Justitieel Kader bij de Hogeschool Utrecht. Wij doen onderzoek bij de reclassering, in penitentiaire inrichtingen, justitiële jeugdinrichtingen, forensisch psychiatrische instellingen, forensische verslavingszorg en in de maatschappelijke opvang. We ondersteunen professionals door in én met de praktijk onderzoeken uit te voeren en de kennis die daaruit voortvloeit, te integreren in de praktijk en in het onderwijs. Onderzoeksvragen worden vanuit de praktijk aangedragen. We richten ons op hoe het methodisch handelen van professionals versterkt kan worden en op welke wijze verbeteringen in de continuïteit van het justitiële traject kunnen worden aangebracht.
In het lectoraat houd ik mij o.a. bezig met onderzoek naar werkzame methoden voor het reclasseringswerk, besluitvorming van overtredingen van voorwaarden in toezicht en de toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk bij de reclassering. Daarnaast ben ik docent bij de master Forensisch Sociale Professional.
Wat houdt je KFZ project in?
Dit jaar ben ik projectleider geweest van twee projecten die bij de reclassering zijn uitgevoerd: Werken op afstand en Solo.
In het eerste project keken we naar de meningen en ervaringen van reclasseringswerkers en cliënten over online begeleidingsgesprekken (via beeldbellen of bijvoorbeeld WhatsApp) en bellen. Door de COVID-19 pandemie waren toezichthouders en cliënten genoodzaakt om meer op afstand te werken. Wij hebben onderzocht hoe deze online gesprekken werden georganiseerd en of ze geschikt waren voor alle cliënten en in alle fasen van het reclasseringstraject.
In het tweede project voeren we een vooronderzoek uit naar het nut en de noodzaak van Solo. Solo is een individuele cognitieve vaardigheidstraining voor cliënten die door persoonskenmerken of praktische redenen niet aan de groepsgewijze variant CoVa kunnen deelnemen. Denk aan cliënten die extreem verlegen of vijandig zijn, geen aansluiting vinden in een groep, of cliënten die door werk of zorg voor kinderen niet aan een groep kunnen deelnemen. Solo is afgeleid van het Engelse geaccrediteerde programma One-To-One en is in 2010 naar Nederland gehaald. Sindsdien is de programma-inhoud van Solo diverse keren aangepast. Nu er opnieuw behoefte is aan aanpassing, wordt eerst de werkzaamheid en toepasbaarheid van Solo onder de loep genomen.
Wat hoop je te bereiken met je project en wat kan het veld met dit onderzoek?
Uit ons onderzoek ‘Werken op afstand’ bleek een groep reclasseringswerkers te struggelen met hoe online begeleidingsgesprekken vorm te geven zijn: hoe herken je signalen van oplopend risico, hoe bouw je een werkalliantie op, hoe ga je om met uitingen van reactance, hoe breng je empathie over en check je of cliënten nog aangesloten zijn bij het gesprek? Begrenzing bleek een belangrijk thema. Sommige cliënten namen online wat meer vrijheden dan in een offline contact: ze belden vanuit een drukke omgeving waardoor een inhoudelijk gesprek lastig was, of ze vonden online afspraken minder bindend. Sommige reclasseringswerkers zochten naar hoe ze in een online omgeving hun controlerende taken uit konden voeren. Zowel reclasseringswerkers als cliënten ervaarden het online contact als gelijkwaardiger, dus hoe doe je dat? Omdat online contact flexibeler te organiseren is dan face-to-face op kantoor, voelden sommige werkers een disbalans tussen werk en privé.
We hopen dat onze adviezen over hoe professionals hun vaardigheden in een online omgeving kunnen versterken, landen in de praktijk.
Het vooronderzoek naar Solo is op 1 oktober jl. gestart. We doen een literatuurstudie, zetten een enquête uit en nemen interviews af bij trainers, coaches en deelnemers. We bekijken of er nieuwe theoretische inzichten zijn die de werkzaamheid van Solo bevestigen danwel ontkrachten. Op een routekaart tekenen we in waar Solo wordt uitgevoerd. In de interviews besteden we aandacht aan de vraag of Solo voorziet in een behoefte. We verzamelen tevens ideeën voor doorontwikkeling, die we uitwerken in een concreet plan van aanpak.