2024-212: In- en uitstroom in zorgketen forensische cliënten/patiënten met een LVB

Doelgroep

De doelgroep is mensen met een lichte verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en/of psychiatrische problemen (SGLVG). 

Achtergrond en doelstelling

Buiten de SGLVG zorg zijn de laatste jaren veel initiatieven genomen om zicht te krijgen op de (problemen met de) continuïteit van (forensische) zorg (zie het rapport ‘Mind the Gap’ voor een overzicht). Dit rapport biedt veel aanknopingspunten voor verbetering van de continuïteit van zorg, maar of dit ook van toepassing is op de SGLVG zorg is niet duidelijk. De vraag is in hoeverre deze cliënten andere uitdagingen met zich meebrengen als het gaat om de door- en uitstroomproblematiek. Juist voor deze doelgroep is een verbetering van de continuïteit in de zorgketen van belang vanwege hun grotere afhankelijkheid van hun omgeving. SGLVG-cliënten missen vaak de nodige vaardigheden om hun leven volledig zelfstandig vorm te geven. Daarnaast is er in veel gevallen sprake van verslavingsproblematiek en delinquent of anderszins risicovol gedrag.

In Nederland zijn vier organisaties (‘De Borg’) door de overheid aangewezen om gespecialiseerde behandeling te bieden aan deze specifieke groep cliënten. Cliënten worden met verschillende indicaties aangemeld bij de Borg (instroom). Vooral cliënten met LVB en complexe problematiek hebben begeleiding en een steunende context nodig na afronding van hun behandeling in de Borg. Maar het is voor een aantal cliënten lastig om een vervolgvoorziening te vinden, vooral voor cliënten met een LVB die een tbs-behandeling hebben gehad. Ervaringen vanuit de praktijk wijzen uit dat sommige cliënten na behandeling, en na overplaatsing naar een vervolginstelling, opnieuw opgenomen worden in de Borg. Het is niet bekend om hoeveel cliënten het gaat evenals de reden(en) waarom een overplaatsing en doorstroom mislukt.

Om de continuïteit in de ketenzorg van deze doelgroep te verbeteren is het belangrijk om zowel de knelpunten als succesfactoren met betrekking tot overplaatsing en overdracht vanuit een Borginstelling naar een vervolgvoorziening in kaart te brengen.

Het project zal de volgende resultaten opleveren:
• Een rapport. Hierin wordt een beschrijving gegeven van de SGLVG doelgroep zoals deze is ingestroomd in een Borginstelling in 2024, worden de huidige knelpunten en succesfactoren in de in- en doorstroom tussen de Borg en ketenpartners in kaart gebracht, en worden aanbevelingen voor de optimalisering van deze samenwerking weergegeven. De aanbevelingen die worden gegeven kunnen vervolgens als product in de klinische praktijk gebruikt worden.
• Een factsheet

Uitvoerende partij

De vier Borginstellingen (Fivoor, Trajectum, Ipse de Bruggen en Stevig). Voor dit project is het essentieel dat wordt samengewerkt met de VGZ woonvoorzieningen, forensische woonvoorzieningen, RIBW, reclassering en reguliere GGZ. In dit project worden per Borginstelling de uitstroomvoorzieningen betrokken waar het meest mee wordt samengewerkt. Daarnaast wordt samengewerkt met de Radboud Universiteit.

Dit betreft een gericht uitgezette call. Lees de procedure voor gerichte calls hier (https://kfz.nl/procedure)